Meng het water met het pandan-extract en het pandanblad. Maak een papje van maizena, bloem en zout. Leng de maizena en bloem eerst een beetje aan met water tot een glad papje en voeg daarna de rest van het gekleurde water toe.
Kook dit geheel uit een stijve pap op een laag vuur.
Zet een pan met koud water op en hang daar de tjendolzeef boven. Roer de stijve pap door de zeef, zodat de tiendol druppels in het water vallen.
Laat de druppels afkoelen in het water.
Doe de gula djawa, het water en het pandanblad en verhit het geheel. Het moet niet gaan koken, maar de suiker moet gaan oplossen in het water tot een siroop. Maak een papje van de maizena met wat water en voeg toe. Laat het geheel wat afkoelen, zodat het indikt.
Doe in een andere pan het pandanblad, de kokosmelk en een beetje zout. Breng het geheel aan de kook en zet het vuur uit als de kokosmelk kookt.
Doe een laagje cendol druppels in het glas.
Schenk hier wat gula djawa siroop op.
Maak het glas vol met ijsblokjes en kokosmelk.
Top eventueel af met wat fijngesneden jackfruit (nangka).